Risicobeperking bij aardwarmteprojecten
Seismische activiteit: aardbevingen en trillingen
Het risico op aardbevingen en trillingen (seismische activiteit) als gevolg van aardwarmtewinning is minimaal. Er wordt, in tegenstelling tot de gaswinning, geen volume onttrokken aan de ondergrond. Bij aardwarmte wordt het afgekoelde water, na de winning, weer teruggevoerd naar dezelfde aardlaag. Er is geen sprake van substantiële drukverandering bij aardwarmte, wel koelt de diepe ondergrond enigszins af rondom de injectieput.
Aardwarmtewinning en breuklijnen
In de Nederlandse ondergrond komen op een aantal plaatsen van nature breuklijnen voor. In Nederland winnen we geen aardwarmte nabij breuken in de aarde die onder spanning staan. Dit verlaagt de kans op trillingen.

Foto: uitvoering van seismisch onderzoek
Seismische risicoanalyse
Conform de Mijnbouwregelgeving moet voor ieder aardwarmteproject bij het aanvragen van een startvergunning onder meer worden aangetoond wat de seismische dreiging en het bijbehorende risico is bij het aardwarmteproject. TNO-AGE en EBN hebben daarvoor in opdracht van het ministerie van EZK een methodiek en rekentool ontwikkeld met de naam Seismische Dreiging en Risico Analyse (SDRA). Hiermee wordt bij het aanvragen van een startvergunning getoetst of een project voldoet aan de gestelde veiligheidsnorm. Lees meer over de SDRA Geothermie op NLOG
Meerjarig onderzoek
Ondanks dat er wereldwijd na tientallen jaren van productie nog geen enkele aardbeving is waargenomen bij het type aardwarmewinning dat in Nederland wordt toegepast en de kans op een voelbare beving uiterst klein is, is het belangrijk om een steeds beter begrip van de ondergrond te krijgen. Uit het laatste KEM-onderzoek (2021) blijkt dat met name de oriëntatie van aanwezige breuken, de breukeigenschappen en de ondergrondse afstand van de injectieput en de breuk van invloed zijn op de kans op het ontstaan van een aardbeving. Operationele parameters, zoals injectiesnelheid, injectiedruk en injectietemperatuur spelen een minder grote rol. Verder blijkt uit het onderzoek dat als er toch aardbevingen zullen ontstaan door geothermie, deze in Nederland naar verwachting niet groter zullen zijn dan twee op de schaal van Richter, en dus beneden het schadedomein blijven. Ook heeft TNO in opdracht van EBN een inventarisatiestudie uitgevoerd om meer begrip te krijgen over mogelijke risico’s van aardbevingen bij het opsporen en winnen van aardwarmte.
Wat is de kans op aardbevingen?
Volgens de huidige wetenschappelijke inzichten is de kans dat aardwarmtewinning in Nederland trillingen in de ondergrond veroorzaakt minimaal. Volgens wetenschappelijk onderzoek is het effect van trillingen door aardwarmtewinning te verwaarlozen. Bij aardwarmtewinning is de kans op een voelbare beving zeer klein, en de kans op een schadeveroorzakende beving is nog kleiner (bron: TNO).
Bij aardwarmteprojecten is het wettelijk verplicht om voorzorgsmaatregelen te treffen om de kans op beven in te schatten. Er wordt geleerd van ervaringen met de gaswinning en ook van ervaringen uit het buitenland waar geothermie soms voelbare bevingen veroorzaakt. Geothermie verschilt echter wel sterk van gaswinning. Daarnaast is Nederlandse aardwarmtewinning niet in alle gevallen te vergelijken met winning in andere landen. Daarom is goed begrip van de Nederlandse situatie belangrijk.
In Nederland winnen we sinds 2007 aardwarmte uit zandsteenlagen en in het buitenland nog decennia langer. Dat heeft voor omwonenden nog nooit tot een voelbare beving geleid.
In tektonisch actieve of vulkanische gebieden kan boren of het terugpompen van aardwarmtewater wel een beving veroorzaken. In het buitenland zijn voorbeelden bekend van bevingen bij aardwarmtewinning. Het gaat daarbij om boringen in andere aardlagen (niet-zandlagen). Bijvoorbeeld in Basel is de aardwarmtewinning gestaakt na een beving van 3,4 op de Schaal van Richter. Basel ligt in een aardbevingsgevoelig gebied.
In Nederland komt natuurlijke seismiciteit (trilling of beving) voornamelijk voor in de buurt van Midden- en Zuid-Limburg. In deze gebieden is extra voorzichtigheid geboden en gelden aanvullende veiligheidseisen. Na de boring wordt het effect op de ondergrond gemeten. Vervolgens wordt bepaald of winnen verantwoord is. En gebieden waar zich in Nederland aardbevingen hebben voorgedaan, zoals delen van Groningen, zijn uit voorzorg uitgesloten van aardwarmtewinning.
Lees meer over aardwarmte en seismiciteit in de factsheet Aardwarmte en seismiciteit.
Bodemdaling
De kans op bodemdaling door aardwarmtewinning is minimaal omdat er geen volume wordt onttrokken aan de ondergrond: alleen de warmte wordt uit de ondergrond gehaald en het water wordt weer teruggepompt. Hierdoor blijft de gemiddelde druk onveranderd en is de kans op bodemdaling gering. De aardwarmte kan op een paar kilometer diepte licht afkoelen en daardoor een beetje inklinken. Maar aan de oppervlakte merk je daar niks van. In het geval dat bodemdaling voorkomt, gaat het om enkele centimeters in tientallen jaren.
Veiligheid op aardwarmtelocatie
Zoals voorgeschreven in de Mijnbouwwet, gelden strenge veiligheidseisen bij een bezoek aan een aardwarmte-locatie. Zo zijn bijvoorbeeld alle bezoekers verplicht hun auto achteruit in een parkeervak te parkeren, met de neus van het terrein af. Dit geeft meer overzicht bij wegrijden en is aangetoond veiliger. Ook is bij het betreden van het terrein het dragen van een helm, hesje en dichte veiligheidsschoenen verplicht. Het personeel moet alle incidenten of ongelukjes – zoals het stoten van je hoofd – schriftelijk melden. Ook bijna-ongelukken, “near misses”, worden genoteerd. Deze zorgvuldige registratie traint het personeel en bezoekers om veiligheid op de locatie de hoogste prioriteit te geven.